**  Algemeen risicobeheer, 5e druk  **

ecB65

1 Verzekeren en risicobeheer
2 De sociale zekerheid
3 De volksverzekeringen
4 De werknemersverzekeringen
5 Sociale voorzieningen
6 Risico's voor objecten
7 Risico's voor vermogen
8 Risico's voor personen
9 Het risicobeheersplan
Trefwoorden

ISBN: 978 94 6112 142 4

Risico's zijn overal zijn. Of je nu ondernemer bent, scholier of werknemer: je loopt altijd kans op schade, verlies of tegenslag. Maar jij wilde grip krijgen op die onzekerheden. Dus dook je in de wereld van verzekeren en risicobeheer.

Je leerde dat risico draait om twee dingen: de kans dat iets gebeurt en de omvang van de schade. Je dacht na over hoe je die kans kunt verkleinen: door preventie. Niet roken, voorzichtig rijden, goed onderhoud… allemaal manieren om risico's te beperken. Maar je realiseerde je ook: sommige risico's kun je niet zelf dragen. Dus ging je op zoek naar verzekeringen.

Je ontdekte het verschil tussen schadeverzekeringen en sommenverzekeringen. Bij schadeverzekeringen krijg je de werkelijke schade vergoed, bij sommenverzekeringen een vast bedrag. Je leerde over onderverzekering en oververzekering, en hoe belangrijk het is om je polis goed te lezen. Vooral de uitsluitingen, want je wilt niet achteraf voor verrassingen staan.

Je dook in het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid. Je ontdekte dat er volksverzekeringen zijn (zoals AOW, Anw, Wlz en Zvw) en werknemersverzekeringen (zoals WIA, ZW en WW). Je begreep wie de premies betaalt, wie de uitkeringen verzorgt en hoe het allemaal geregeld is. En je zag hoe sociale voorzieningen zoals de AKW en huurtoeslag een vangnet vormen voor wie buiten de boot valt.

Je rekende uit hoeveel premie jij (of je ouders) betalen voor de volksverzekeringen. Je vergeleek de situatie van een werknemer en een zelfstandige. En je vroeg je af: is het eerlijk dat ze niet hetzelfde betalen? Je leerde ook dat sommige mensen recht hebben op een uitkering, zelfs als ze nooit premie hebben betaald.

Je keek rond op je stageplek en ging risico's inventariseren. Je zag risico's voor objecten zoals gebouwen, machines en voertuigen. Je dacht na over storm, brand, inbraak en wateroverlast. Je adviseerde preventieve maatregelen en checkte of er verzekeringen waren afgesloten.

Je realiseerde je dat niet alleen spullen risico lopen, maar ook het vermogen van een bedrijf. Je leerde over aansprakelijkheid, rechtsbijstand, bedrijfsschade en wanbetaling. Je onderzocht hoe je verlies van informatie, kennis en vorderingen kunt voorkomen en verzekeren.

Je keek naar de risico's voor personen: ziekte, ongevallen, arbeidsongeschiktheid, overlijden en pensionering. Je dacht na over jezelf, je collega's en je stagebieder. Wat gebeurt er als iemand uitvalt? Is er een vervanger? Is er een verzekering? Je leerde over AOV's, levensverzekeringen en pensioenregelingen.

Tot slot zette je alles op een rij. Je maakte een overzicht van alle risico's, de preventieve maatregelen en de verzekeringen. Je berekende de premies en schatte de verzekerde bedragen. Je besprak het plan met je stagebieder en kreeg inzicht in wat goed geregeld is en wat beter kan.