** Inkomen en uitkomen, 6e druk **
ecA16

1 Wat is inkomen?
2 Produceren
3 Bruto en netto inkomen
4 Wat koop ik ervoor?
5 Consumeren en sparen
6 De vraag naar goederen
7 Andere factoren die de vraag beïnvloeden
8 Uitkomen
9 Niet uitkomen
Trefwoorden
ISBN: 978 94 6112 153 0
Stel je voor: je bent jong, hebt net je eerste bijbaantje en ontvangt je eerste loon. Maar al snel merk je dat je niet alles mag houden: belastingen, premies en pensioenbijdragen worden ingehouden. Welkom in de wereld van inkomen.
Je ontdekt dat er twee soorten inkomen zijn: verdiend inkomen zoals loon voor je werk, en overdrachtsinkomen zoals zakgeld of uitkeringen. Achter elk inkomen schuilt een productiefactor:
- loon (arbeid), - rente (kapitaal), - pacht (grond), - winst/verlies (ondernemerschap. Arbeid, kapitaal, grond en ondernemerschap zijn de vier productiefactoren die samen het productieapparaat vormen.
Je leert hoe je inkomen verandert door prijsstijgingen, hoe je koopkracht daalt en waarom sparen soms vrijwillig is en soms verplicht. Je maakt kennis met het verschil tussen nominaal en reëel inkomen en hoe inflatie je koopkracht beïnvloedt.
Als consument sta je voor keuzes: geef je uit of spaar je? Je koopkracht is deels gebonden (denk aan huur, zorgverzekering) en deels vrij. Je leert begroten, een kasboek bijhouden en hoe je financieel zelfstandig kunt zijn met hulp van het NIBUD.
Maar wat als je niet uitkomt? Dan leer je bezuinigen, lenen en omgaan met incassokosten en schulden. Je ontdekt hoe schuldhulpverlening werkt en wat de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) inhoudt.
Kortom: deze module neemt je mee op een praktische en persoonlijke reis door de economie van het dagelijks leven — van je eerste euro tot het maken van slimme financiële keuzes.


